Het liefst verplaats je je in vroegere tijden. Dat verplaatsen gebeurt niet vanzelf. Je moet je verdiepen in het verleden en kennis nemen van de gebruiken, waarden en normen uit dat verleden. Hiervoor bestudeer je bronnen en leg je oorzaak-gevolgrelaties. Je ziet gemeenschappelijke kenmerken van een periode of herkent juist de breuk in een tijdperk. Dit historisch redeneren is wat jij als leraar geschiedenis graag jouw leerlingen wilt aanleren. Hiervoor heb je meerdere vaardigheden nodig zoals vakkennis.